Zedenrecht.nl
zedenwetgeving Nederland Zedendelinquenten / seksuele delicten / zedenmisdrijven
Zedendelinquenten en het Strafrecht
De strafrechtelijke aanpak van plegers van seksuele delicten
Typologie, Seksuologie, Criminologie en Penologie van zedenmisdrijven en
(minderjarige) zedendelinquenten
ActUmail uitgeverij 2006 ISBN978907847002x bestel: http://actumail.biedmeer.nl
©1997-2012 M.N.A. Boelrijk Voorwoord van prof. dr. J. Frenken
1e druk 1997: Minderjarige zedendelinquenten en het strafrecht. De strafrechtelijke aanpak van minderjarige plegers van seksuele delicten eerste druk: 1997
LET OP: per 2005 is het VU-uitgeverij wegens contractbreuk verboden nog uit te geven, te drukken en/of te leveren. Overtredingen svp melden bij de auteur.
Tweede druk = Heruitgave bij ActUmail uitgeverij te bestellen via www.ActUmail.nl
Misdrijven
tegen de algemene normen en waarde
Inhoud
Wetteksten van de misdrijven tegen de zeden,
titel XIV Wetboek van Strafrecht
Artikel 239 Wetboek van Strafrecht, Schennispleging
Met gevangenisstraf van ten hoogste drie
maanden of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft schennis van de eerbaarheid:
1° op of aan een plaats, voor het openbaar
verkeer bestemd;
2° op een andere dan onder 1 bedoelde
openbare plaats, toegankelijk voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar;
3° op een niet openbare plaats, indien een
ander daarbij zijns ondanks tegenwoordig is.
& Commentaar
Artikel 240 Wetboek van Strafrecht, Pornografie
Met gevangenisstraf van ten hoogste twee
maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft hij die weet of ernstige reden
heeft om te vermoeden dat een afbeelding of voorwerp aanstotelijk voor de eerbaarheid is
en die afbeelding of dat voorwerp:
1 op of aan een plaats, voor het openbaar
verkeer bestemd, openlijk tentoonstelt of aanbiedt;
2 aan iemand, anders dan op diens verzoek,
toezendt.
Uitleg & Commentaar
Artikel 240a Wetboek van Strafrecht, Bescherming jeugdigen tegen porno
Met gevangenisstraf van ten hoogste twee
maanden of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft hij die een afbeelding of
voorwerp, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd
van zestien jaar, verstrekt, aanbiedt of vertoont aan een minderjarige van wie hij weet of
redelijkerwijs moet vermoeden, dat deze jonger is dan zestien jaar.
Uitleg & Commentaar
Artikel 240b Wetboek van Strafrecht, Kinderporno
1. Met gevangenisstraf van ten
hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft degene die een afbeelding -of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding – van
een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet
heeft bereikt, is betrokken, verspreidt, openlijk tentoonstelt, vervaardigt, invoert,
doorvoert, uitvoert of in voorraad heeft.
2. Niet strafbaar is degene, die een
dergelijke afbeelding in voorraad heeft waarvan vaststaat dat hij deze voor een
wetenschappelijk, educatief of therapeutisch doel gebruikt.
3. Met gevangenisstraf van ten hoogste zes
jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft degene die van het plegen van
een van de misdrijven, omschreven in het eerste lid, een beroep op een gewoonte maakt.
Uitleg & Commentaar. Actualiteit De regering
heeft op 12 januari 2001 besloten de leeftijd in artikel 240b Sr te verhogen van
16 naar 18 jaar; zie Boelrijk 2000.
Artikel 242 Wetboek van Strafrecht, Seksueel binnendringen
Hij die door geweld of een andere
feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid iemand dwingt tot het
ondergaan van handelingen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen
van het lichaam, wordt als schuldig aan verkrachting gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Uitleg & Commentaar
Artikel 243 Wetboek van Strafrecht, Seksueel
binnendringen bij wilsonbekwame
Hij die met iemand van wie hij weet dat hij
in staat van bewusteloosheid of lichamelijke onmacht verkeert, dan wel aan een zodanige
gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van geestvermogens lijdt dat hij niet of
onvolkomen in staat is zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen
weerstand te bieden, handelingen pleegt die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel
binnendringen van het lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht
jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Uitleg & Commentaar
Artikel 244 Wetboek van Strafrecht, Seksueel
binnendringen bij een kind jonger dan 12 jaar
Hij die met iemand beneden de leeftijd van
twaalf jaren handelingen pleegt die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel
binnendringen van het lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf
jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Uitleg & Commentaar
Artikel 245 Wetboek van Strafrecht, Seksueel
binnendringen bij een kind tussen 12 en 16
jaar
1. Hij die met iemand, die de leeftijd van
twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige
handelingen pleegt die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het
lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de
vijfde categorie.
2. Vervolging heeft, buiten de gevallen van
de artikelen 248 en 249, niet plaats dan op klacht.
3. Tot de klacht bedoeld in het tweede lid
is naast de wettelijke vertegenwoordiger in burgerlijke zaken, bedoeld in artikel 65,
eerste lid, tevens bevoegd de raad voor de kinderbescherming.
4. In afwijking van het bepaalde in de
artikelen 64 tot en met 66 is degene ten aanzien van wie het feit is gepleegd te allen
tijde tot de klacht gerechtigd, in dier voege dat de termijn gedurende welke de klacht kan
worden ingediend eindigt op de dag waarop de verjaringstermijn, bedoeld in artikel 70,
eindigt.
Uitleg & Commentaar. Actualiteit: de regering heeft op 12 januari 2001 besloten het klachtvereiste te schrappen uit de bepalingen 245, 247 en 248a (oud: 248ter) Sr, zie Boelrijk 1996.
Artikel 246 Wetboek van Strafrecht, Aanranding
Hij die door geweld of een andere
feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid iemand dwingt tot het
plegen of dulden van ontuchtige handelingen, wordt als schuldig aan feitelijke aanranding
van de eerbaarheid, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete
van de vijfde categorie.
Uitleg & Commentaar
Artikel 247 Wetboek van Strafrecht, Ontucht
Hij die met iemand van wie hij weet dat hij
in staat van bewusteloosheid of lichamelijke onmacht verkeert, dan wel aan een zodanige
gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens lijdt dat hij niet
of onvolkomen in staat is zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen
weerstand te bieden of met iemand beneden de leeftijd van zestien jaar buiten echt
ontuchtige handelingen pleegt of laatstgemelde tot het plegen of dulden van zodanig
handelingen buiten echt met een derde verleidt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van
ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
Uitleg & Commentaar
Artikel 248 Wetboek van Strafrecht, Gevallen
1. Indien een der in de artikelen 243 en
245-247 omschreven misdrijven zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt
gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie
opgelegd.
2. Indien een der in de artikelen 242-247
omschreven misdrijven de dood ten gevolge heeft, wordt gevangenisstraf van ten hoogste
vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd.
Uitleg & Commentaar
Artikel 248a Wetboek van Strafrecht, Verleiding van minderjarigen tot ontucht,
per 1 oktober 2000 hernummert voorheen artikel 248ter
Hij die door giften of beloften van geld of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen
voortvloeiend overwicht of misleiding van een minderjarige ( van onbesproken
gedrag), wiens
minderjarigheid hij kent of redelijkerwijs moet vermoeden, opzettelijk beweegt ontuchtige
handelingen met hem te plegen of zodanige handelingen van hem te dulden, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Uitleg & CommentaarActualiteit: Bij Wet van 28 oktober 1999 Staatsblad 1999, 464, inwerkingtreding 1 oktober 2000 is “van onbesproken gedrag” geschrapt met de bedoeling klanten van jeugdprostitutie beter te kunnen aanpakken, zie Kamerstukken II 1998/’99, 25437 nr.8.
Artikel 248b Wetboek van Strafrecht,
Hij die ontucht pleegt met iemand
die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een
derde tegen betaling en die de leeftijd van zestien jaren maar nog niet de
leeftijd van 18 jaren heeft bereikt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van
ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Uitleg & CommentaarActualiteit: Deze bepaling is ingevoegd bij Wet van 28 oktober 1999 Staatsblad 1999, 464; inwerkingtreding 1 oktober 2000.
Vervallen in 1971: Artikel 248bis
oud-Strafrecht, Homoseksueel contact tussen meerder- en minderjarigen: De meerderjarige die met een minderjarige van hetzelfde geslacht, wiens minderjarigheid hij kent of redelijkerwijs moet vermoeden, ontucht pleegt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren.
Uitleg & Commentaar
Artikel 249 Wetboek van Strafrecht, Ontucht met misbruik van gezag
1. Hij die ontucht pleegt met zijn
minderjarig kind, stiefkind of pleegkind, zijn pupil, een aan zijn zorg, opleiding of
waakzaamheid toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde
categorie.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft:
1 de ambtenaar die ontucht pleegt met een
persoon aan zijn gezag onderworpen of aan zijn waakzaamheid toevertrouwt of aanbevolen;
2 de bestuurder, geneeskundige, onderwijzer,
beambte, opzichter, of bediende in een gevangenis, rijkswerkinrichting, rijksinrichting
voor kinderbescherming, weeshuis, ziekenhuis, of instelling van weldadigheid, die ontucht
pleegt met een persoon daarin opgenomen;
3 degene die, werkzaam in de gezondheidszorg
of maatschappelijke zorg, ontucht pleegt met iemand die zich als patiënt of cliënt aan
zijn hulp of zorg heeft toevertrouwd.
Uitleg & Commentaar
Artikel 250a Wetboek van strafrecht Prostitutie
1 met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of een geldboete van de
vijfde categorie wordt gestraft
1°. degene die een ander door geweld of een andere feitelijkheid of door
bedreiging met geweld dwingt dan wel door misbruik van uit feitelijke
verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding beweegt zich beschikbaar
te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen
betaling, dan wel onder voornoemde omstandigheden enige handeling onderneemt
waarvan hij of zij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich
daardoor tot het verrichten van die handelingen beschikbaar stelt
2°. degene die een persoon aanwerft, medeneemt of ontvoert met het oogmerk
die persoon in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot
het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling
Uitleg & Commentaar
Artikel 251 Wetboek van Strafrecht, Bijkomende straffen
1. Bij veroordeling wegens een der in der
artikelen 242-247 en 248ter-250ter omschreven misdrijven, kan ontzetting van de in artikel
28 eerste lid, onder 1 , 2 en 4 , vermelde rechten worden uitgesproken.
2. Indien de schuldige aan een der
misdrijven in de artikelen 248ter-250ter omschreven, het misdrijf in zijn beroep begaat,
kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.
Uitleg & Commentaar
Belediging, smaad en laster
Artikel 261 Wetboek van Strafrecht, Smaad(schrift)
1. Hij die opzettelijk iemands eer of goede
naam aanrandt, door telastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om
daaraan ruchtbaarheid te geven, wordt, als schuldig aan smaad, gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
2. Indien dit geschiedt door middel van
geschriften of afbeeldingen, verspreid, openlijke tentoongesteld of aangeslagen, of door
geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore wordt gebracht, wordt de dader, als
schuldig aan smaadschrift, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of
geldboete van de derde categorie.
3. Noch smaad, noch smaadschrift bestaat
voor zover de dader heeft gehandeld tot noodzakelijke verdediging, of te goede trouw heeft
kunnen aannemen dat het te last gelegde waar was en dat het algemeen belang de
telastelegging eiste.
Artikel 262 Wetboek van Strafrecht, Laster
1. Hij die het misdrijf van smaad of
smaadschrift pleegt, wetende dat het te last gelegde feit in strijd met de waarheid is,
wordt, als schuldig aan laster, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of
geldboete van de vierde categorie.
2. Ontzetting van de in artikel 28, eerste
lid, onder 1° en 2°, vermelde rechten kan worden uitgesproken.
Commentaar: Smaad is derhalve een vorm van
belediging door een bepaald feit aan te halen. Bij laster gaat het om het bewustzijn dat
de opmerkingen onjuist zijn. Zowel bij smaad als laster gaat het om het belang dat niemand
aangetast mag worden in zijn eer of goede naam. Laster is een zogenoemd klachtdelict. Er
moet komen vast te staan dat de verdachte de opzet (ook voorwaardelijke opzet) had om een iemand zodoende te beledigen.
Artikel 266 Wetboek van Strafrecht, Eenvoudige belediging
1. Elke opzettelijke belediging die niet het
karakter van smaad of smaadschrift draagt, hetzij in het openbaar mondeling of bij
geschrift of afbeelding, hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door
feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding
aangedaan, wordt, als eenvoudige belediging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
2. Niet als eenvoudige belediging zijn
gedragingen die ertoe strekken een oordeel te geven over de behartiging van openbare
belangen, en die er niet op zijn gericht ook in ander opzicht zwaarder te grieven dan uit
die strekking voortvloeit.
Artikel 268 Wetboek van Strafrecht, Lasterlijke aanklacht
1. Hij die opzettelijk tegen een bepaald
persoon bij de overheid een valse klacht of aangifte schriftelijk inlevert of in schrift
doet brengen, waardoor de eer of goede naam van die persoon wordt aangerand, wordt, als
schuldig aan lasterlijke aanklacht, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee
jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Ontzetting van de in artikel 28, eerste
lid, onder 1° en 2°, vermelde rechten kan worden uitgesproken.
Artikel 269 Wetboek van Strafrecht, Klachtvereiste
Belediging, strafbaar krachtens deze titel,
wordt niet vervolgd dan op klacht van hem tegen wie het misdrijf is gepleegd, behalve in
de gevallen voorzien in artikel 267, aanhef en onder 1° en 2°.
Artikel 272 Wetboek van Strafrecht, Geheimhoudingsplicht:
1. Hij die enig geheim waarvan hij weet of
redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift
dan wel vroeger ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt, wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde
categorie.
2. Indien dit misdrijf tegen een bepaald
persoon gepleegd is, wordt het slechts vervolgd op diens klacht.
Artikel 300 Wetboek
van Strafrecht, Eenvoudige mishandeling
1. Mishandeling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
3. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
4. Met mishandeling wordt gelijkgesteld opzettelijke benadeling van de gezondheid.
5. Poging tot dit misdrijf is niet strafbaar.
Artikel 301 Wetboek van Strafrecht, Mishandeling met voorbedachte raden
1. Mishandeling gepleegd met voorbedachten rade wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
3. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Artikel 302 Wetboek van Strafrecht, Zware mishandeling
1. Hij die aan een ander opzettelijk zwaar lichamelijk
letsel toebrengt, wordt, als schuldig aan zware mishandeling,
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Artikel 303 Wetboek
van Strafrecht, Zware mishandeling met voorbedachte raad
1. Zware mishandeling gepleegd met voorbedachte rade wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Artikel 304 Wetboek van Strafrecht, Strafverzwarende omstandigheden
1. De in de artikelen 300-303 bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd:
1° ten aanzien van de schuldige die het misdrijf begaat tegen zijn moeder, zijn vader tot wie hij in familierechtelijke betrekking staat, zijn echtgenoot of zijn kind;
2° indien het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
3° indien het misdrijf wordt gepleegd door toediening van voor het leven of de gezondheid schadelijke stoffen.
Artikel 305 Wetboek van Strafrecht, Ontzetting van rechten als bijkomende straf
Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 301 en 303
omschreven misdrijven kan ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°,
2° en 4°, vermelde rechten worden uitgesproken.
Per 1 januari 2002 moeten alle in de wet- en regelgeving voorkomende guldensbedragen worden omgezet in eurobedragen. Dat houdt in een verhoging van 10% maar daar staat tegenover dat sinds de invoering van de geldboetecategorieën in 1981 geen inflatiecorrectie is toegepast. In artikel 23 Wetboek van Strafrecht staan de bedragen voor de geldboetecategorieën.
categorie | boete in guldens tot1/1/02 | boete in euro’s vanaf1/1/02 |
1 | ƒ.500 | 250 |
2 | ƒ.5 000 | 2500 |
3 | ƒ.10 000 | 5 000 |
4 | ƒ.25 000 | 12 500 |
5 | ƒ.100 000 | 50 000 |
6 | ƒ.1 000 000 | 500 000 |
©1997-2012 The Netherlands: Alle rechten voorbehouden. Niets van deze website mag
worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of
openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,
mechanisch, door overtypen, uitprinten, fotokopieën, opnamen, of op enige andere
manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. All rights
reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval
system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanic,
printing, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written
permission of the author.